1 Chronicles 26:26-27
26Deze Selomith en zijn broeders waren over al de schatten der heilige dingen, die de koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, de oversten over duizenden en honderden, en de oversten des heirs; ▼▼ broederen Dat is, bloedverwanten.
,
▼▼ geheiligd had, Dat is, in den tempel tot den godsdienst geschonken had.
27Van de krijgen en van den buit hadden zij het geheiligd, om het huis des Heeren te onderhouden. ▼▼ Van de krijgen Dat is, van den buit in den krijg verkregen.
,
▼▼ te onderhouden Te weten, nadat het huis gebouwd zijnde, mettertijd verbetering zou van node hebben.
Copyright information for
DutSVVA