‏ 1 Chronicles 7:21-22

21En zijn zoon was Zabad; en zijn zoon Suthelah, en Ezer, en Elad. En de mannen van Gath, die in het land geboren waren, doodden hen, omdat zij afgekomen waren om hun vee te nemen.
 mannen van Gath, Dezen waren Filistijnen, en hetgeen hier geschreven staat, is geschied als de kinderen Israëls nog in Egypte woonden, want Efraïm, die te dien tijde nog leefde, [gelijk te zien is vs.22] is in Egypte gestorven. Zie door de Act 7:15-16 .
,
 omdat zij afgekomen waren Anders, als zij, te weten, de Gethieten.
22Daarom droeg Efraïm, hun vader, vele dagen leed; en zijn broeders kwamen om hem te troosten.
 Daarom Te weten, omdat zijn kinderen gedood waren.
,
 broeders Dat is, zijn bloedvrienden, of maagschap, want Efraïm had maar een broeder, te weten Manasse.
Copyright information for DutSVVA