1 Corinthians 13:5

5Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;
 ongeschiktelijk, Of, onbetamelijk.
,
 zichzelve niet, Gr. de dingen die zich zelfs zijn; dat is, de dingen, die hun eigen voordeel aangaan, maar het welvaren des naasten en van velen.
,
 verbitterd, zij Namelijk tot toorn, hevigheid en wraakgierigheid.
,
 denkt geen kwaad; Dat is, overlegt niet in haar gemoed, hoe zij den naaste enig kwaad zal doen uit wraakgierigheid. Of, vermoedt niets kwaads in het doen des naasten, uit argwaan en kwaad nadenken, of rekent het kwaad niet toe.
Copyright information for DutSVVA