‏ 1 Corinthians 14:34-35

34Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
 zwijgen; want het is Dat is, openlijk niet spreken tot de gemeente, al zijn zij ook met goede kennis begaafd. Zie 1Co 11:5 .
,
 te spreken, maar Namelijk openlijk in de gemeente iets te leren of voor te stellen. Zie 1Ti 2:12 .
,
 onderworpen te zijn, Namelijk den mannen, om van hen onderwijzing te ontvangen. Want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor enig gezag over of boven dengene, die onderwezen wordt.
,
 de wet zegt Namelijk Gen 3:16 .
35En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.
 leren, laat haar Dat is, van enige leerstukken breder onderwezen worden.
,
 haar eigen mannen Namelijk zo die bekwaam zijn om haar te onderwijzen; anderszins zo mogen zij ook wel in het bijzonder de leraars der gemeente of enige andere eerlijke en beschaafde mannen ondervragen.
,
 lelijk voor de vrouwen Dat is, onbetamelijk, kwalijk passende, omdat daarmede de orde omgekeerd wordt, die God gesteld heeft tussen man en vrouw, en dat zulks ook strijd tegen de eerbare schaamte, die bij de vrouwen behoort te zijn.
Copyright information for DutSVVA