1 Corinthians 15:36

36Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is;
 Gij dwaas, Dit zegt de apostel niet, om te scheiden, Mat 5:22 , maar om aan te wijzen hun onverstand in deze zaak; Gal 3:1 .
,
 wordt niet levend, Gr. wordt niet levend gemaakt; dat is, wast niet op en brengt gene vruchten voort; want ook het gewas der aarde heeft zijn leven.
,
 gestorven zij; Dat is, verrotte in de aarde. Zo het dan niet onmogelijk is dat een verrot zaad of graan weder opwast en groeit, gelijk wij dagelijks zien op onze akkers en in onze tuinen, zo is het ook niet onmogelijk dat God de verrotte lichamen wederom levend maakt.
Copyright information for DutSVVA