1 Corinthians 16:3-4

3En wanneer ik daar zal gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over te dragen.
 die gij zult bekwaam Namelijk om de vergaderde aalmoezen getrouw over te brengen.
,
 door brieven Dit door brieven kan gevoegd worden bij het voorgaande woord bekwaam acht, in dezen zin: die gij door brieven aan mijzelven zult noemen en te kennen geven, dat gij die daartoe bekwaam en getrouw acht. Of, met het volgende woord zal ik zenden, namelijk met mijne brieven van aanbeveling aan de gemeente van Jeruzalem.
,
 gave naar Jeruzalem Gr. uwe genade; dat is, uw aalmoes, die gij hun zult geven uit enkele goedheid en barmhartigheid, door de genade Gods. Zie 2Co 8:1 .
4En indien het der moeite waardig mocht zijn, dat ik ook zelf reizen zou, zo zullen zij met mij reizen.
 waardig mocht zijn, Of, nodig is.
,
 dat ik ook zelf De apostel biedt zijn dienst aan om die moeite gaarne te nemen, zo het nodig geacht werd; hetwelk hij ook gedaan heeft, gelijk blijkt Act 24:17 , en Rom 15:25 .
Copyright information for DutSVVA