1 Corinthians 16:5-7

5Doch ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonië zal doorgegaan zijn, ( want ik zal door Macedonië gaan)
  wanneer ik Macedónië Zo was dan de apostel toen, als hij dezen brief schreef, nog niet in Macedonië gekomen, maar het blijkt uit vs.8, 19, dat hij toen nog te Efeze was. Waaruit volgt dat het niet zeker gaat, hetgeen onder dezen brief gesteld wordt, dat dezelve zou geschreven zijn te Filippi, welke ene stad was in Macedonië gelegen Act 16:12 .
6En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar ik zal henenreizen.
 mogelijk bij u Dat is, indien het de Heere zal toelaten. Zie vs.7; Jam 4:15 .
,
 overwinteren, Dat is, den gansen winter over bij u blijven, opdat gij mijn dienst genoegzaam moogt gebruiken.
,
 gij mij moogt geleiden Dat is, enigen uit uwe gemeente, die gij daartoe bestemmen zult.
,
 waar ik zal heenreizen Namelijk hetzij naar Jeruzalem, zo het nodig gevonden wordt, dat ik dezen dienst zelf zal doen, of ergens elders zal reizen om het Evangelie te verbreiden.
7Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.
 in het voorbijgaan, Of, als doorreizende, zonder bij u te blijven.
,
 indien het de Dewijl Hij bijzonder door Zijn Geest onze reizen bestuurt, waar Hij ons wil heenzenden, en door denzelven ook somtijds verhindert, dat wij niet mogen gaan waar wij voorgenomen hadden. Zie daarvan een voorbeeld Act 16:7 . Zie ook Jer 10:23 ; Rom 1:10 ; Jam 4:15 .
Copyright information for DutSVVA