‏ 1 Corinthians 9:13

13Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij het altaar zijn, met het altaar delen?
 die de heilige Gelijk er waren als de Levieten in het Oude Testament, die daarom de tienden ontvingen en hun deel hadden in hetgeen geofferd werd. Zie Num 18 ;; Deu 18 .
,
 het altaar zijn, Gr. bij het altaar gestadiglijk zitten. Gelijk er waren de priesters, de nakomelingen van Aärons, die ook de tienden van de tienden der Levieten ontvingen, en een bijzonder deel hadden in alle offeranden, uitgenomen die geheel voor den Heere moesten verbrand worden; Num 18:26 , enz.
,
 delen met het altaar? Dewijl op het altaar een deel werd verbrand en van het vuur verteerd, en een ander deel voor de priesters werd bewaard.
Copyright information for DutSVVA