1 Kings 19:20
20En hij verliet de runderen, en liep Elia na, en zeide: Dat ik toch mijn vader en mijn moeder kusse, daarna zal ik u navolgen. En hij zeide tot hem: Ga, keer weder; want wat heb ik u gedaan? ▼
,
▼▼ Dat ik toch Dat is, laat mij toe, dat ik eerlijk mijn afscheid van hen neme. Zie
Gen 29:11.
,
▼▼ navolgen Hebreeuws, gaan achter u.
,
▼▼ want wat heb ik u gedaan? Dat is, bedenk wat ik nu straks aan u gedaan heb. Want het is niet tevergeefs geschied, dat ik mijn mantel op u geworpen heb, en dat God u de genegenheid ingestort heeft om zijn roeping te volgen. Vergelijk
Mat 8:22;
Luk 9:62.