1 Kings 3:2-3

2Alleenlijk offerde het volk op de hoogten, want geen huis was den Naam des Heeren gebouwd, tot die dagen toe.
 Alleenlijk Dat is, hoewel het wel toeging in de regering van Salomo, nochtans was er dit gebrek tegen den wettelijken godsdienst, dat men op de hoogten en vreemde altaren offerde; en niet alleen in de tent der samenkomst en op het altaar des Heeren. Daardoor namen zij zich te grote vrijheid, nog andere plaatsen en altaren verkiezende om den Heere offerande te doen, hetwelk hun uitdrukkelijk verboden was, Lev 17:3-4, waartegen op andere tijden ook dikwijls gezondigd werd. Zie onder, 1Ki 22:44; 2Ki 14:4; 2Ch 33:17.
,
 de hoogten, Wat deze geweest zijn, zie Lev 26:30, hoewel daar gesproken wordt van de hoogten, op welke men den afgoden offerde, maar hier van degenen, op welke men den Heere offerande deed; alzo 2Ch 33:17.
3En Salomo had den Heere lief, wandelende in de inzettingen van zijn vader David; alleenlijk offerde hij en rookte op de hoogten.
 in de inzettingen Dat is, naar het voorschrift en bericht, hetwelk Hij hem gegeven had in zijn leven, en inzonderheid recht voor zijnen dood.
,
 alleenlijk Dat is, hij volgde het algemene misbruik zijns volks na; en hoewel dit God enigszins door de vingers zag, zolang als de tempel tot den uitwendigen godsdienst niet verordend was; nochtans leest men niet dat David dat gedaan heeft, die zonder twijfel bij de ark en op het altaar van Mozes geofferd heeft. Want dat hij offerande gedaan heeft in de schuur van Arauna, geschiedde door Gods extra-ordinair bevel, 2Sa 24:18.
Copyright information for DutSVVA