1 Peter 1:3-4
3Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. ▼ , ▼ , ▼ , ▼▼ een levende hoop, Dat is, een hoop des eeuwigen levens of ene levendmakende hoop, een hoop die in ons wakker en vast is en alle zwarigheden overwint, waaronder ook het geloof, waaruit deze hoop ontstaat, wordt begrepen.
,
▼▼ door de opstanding De apostel schrijft hier onze wedergeboorte aan de opstanding van Christus toe, niet om Zijn dood uit te sluiten, want daardoor zijn wij met God verzoend, en door de kracht van deze dood is onze oude mens ook gedood; maar omdat deze verzoening ons door Christus' opstanding wordt toegeëigend, en de nieuwe mens in ons wordt verwekt, gelijk Paulus Rom 6:4, en vervolgens breder verklaart. Zie ook de aantekeningen op Rom 4:25.
4Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u. ▼▼ in de hemelen Dit zegt de apostel, omdat vele Joden een aards koninkrijk onder den Messias verwachten.
Copyright information for
DutSVVA