1 Samuel 25:24
24En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd. ▼ , ▼▼ mijn zij de misdaad, Alsof zij zeide: Straf mij inplaats van mijn man en al die anderen, die gij voorgenomen hebt te straffen.
,
▼▼ uw dienstmaagd Dat is, mij.
Copyright information for
DutSVVA