1 Samuel 6:4-5

4Toen zeiden zij: Welk is dat schuldoffer, dat wij Hem vergelden zullen? En zij zeiden: Vijf gouden spenen, en vijf gouden muizen, naar het getal van de vorsten der Filistijnen; want het is enerlei plaag over u allen, en over uw vorsten.
 vijf gouden muizen, Van de muizen is tevoren niet gesproken.
,
 het getal van de vorsten der Filistijnen; Zie van deze vijf vorsten, vs.17.
,
 het is enerlei plaag Zij willen zeggen: de vorsten, oversten en het gemene volk te Ekron zijn van God met een en dezelfde plaag geplaagd.
,
 over u allen, Hebreeuws, over hen allen; zie boven, 1Sa 5:11.
5Zo maakt dan beelden uwer spenen, en beelden uwer muizen, die het land verderven, en geeft den God van Israël de eer; misschien zal Hij Zijn hand verlichten van over ulieden, en van over uw god, en van over uw land.
 uwer muizen, Dat is, der muizen, die u geplaagd en gepijnigd hebben. Gelijk de spenen het lichaam der Filistijnen geplaagd hebben, alzo hebben de muizen hun schade gedaan aan hun bezaaid land, met het zaad te knagen en te eten.
,
 geeft den God van Israël de eer; Mits bekennende dat gij met recht van Hem gestraft zijt over uw vergrijp aan de ark des Heeren. Alzo spreekt ook Jozua tot Achan, Jos 7:19.
,
 god, en van over uw land Te weten, Dagon.
Copyright information for DutSVVA