1 Samuel 6:7-8

7Nu dan, neemt en maakt een nieuwen wagen, en twee zogende koeien, op dewelke geen juk gekomen is; spant de koeien aan den wagen, en brengt haar kalveren van achter haar weder naar huis.
 neemt en maakt Anders, maakt en neemt een nieuwen wagen
,
 nieuwen wagen, De heidense priesters hebben geacht dat het onbetamelijk was, dat men de ark des Heeren zou zetten en voeren op een wagen, die tevoren tot boerenwerk of tot anderen arbeid was gebruikt geweest; zie iets dergelijks 2Sa 6:3.
,
 haar kalveren Hebreeuws, haar zonen, of kinderen; alzo ook vs.10.
,
 weder naar huis Dit vermeerdert het wonderwerk, dat de koeien niet wedergekeerd zijn naar haar zuigelingen.
8Neemt dan de ark des Heeren, en zet ze op den wagen, en legt de gouden kleinoden, die gij Hem ten schuldoffer vergelden zult, in een koffertje aan haar zijde; en zendt ze weg, dat zij heenga.
 kleinoden, Hebreeuws, vaten, gereedschap; te weten, de gouden spenen en muizen.
,
 Hem ten schuldoffer vergelden zult, Te weten, den God Israëls.
Copyright information for DutSVVA