1 Samuel 7:1-2
1Toen kwamen de mannen van Kirjath-jearim, en haalden de ark des Heeren op, en zij brachten ze in het huis van Abinadab, op den heuvel; en zij heiligden zijn zoon Eleazar, dat hij de ark des Heeren bewaarde. ▼ , ▼▼ op den heuvel; Anders, te Gibea
,
▼▼ heiligden zijn zoon Eleázar, Dat is, wijdden, of verordineerden hem tot een heiligen dienst.
2En het geschiedde, van dien dag af, dat de ark des Heeren te Kirjath-jearim bleef, en de dagen werden twintig jaren; en het ganse huis van Israël klaagde den Heere achterna. ▼▼ klaagde den HEERE achterna Anders, zuchtten tot den Heere; te weten, toen zij door de Filistijnen hard verdrukt werden. Zie onder, vs.3.
Copyright information for
DutSVVA