1 Timothy 2:6
6Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd; ▼▼ tot een rantsoen Dat is, voldoening voor de zonde.
,
▼
,
▼▼ de getuigenis Of om te zijn, de getuigenis te Zijner tijd te openbaren. Of geopenbaard, namelijk van Gods overgrote liefde jegens den mens, gelijk Paulus spreekt Rom 5:8; of, de Zaligmaker waar de profeten van getuigd hebben, om te Zijner tijd geopenbaard te worden, 1Pe 1:11-12.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA