‏ 2 Chronicles 13:2-3

2Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Michaja, de dochter van Uriël, van Gibea; en er was krijg tussen Abia en tussen Jerobeam.
  Michája, Boven, 2Ch 11:20 genoemd Maächa.
,
  Uriël, Deze was ook Absalom genaamd, boven, 2Ch 11:20 ; zie aldaar de aantekening; en onderscheid dezen Uriël van een anderen van denzelfden naam, die een Leviet was; 1Ch 15:11 .
,
  Gibea; Verscheidene steden hebben dezen naam gehad, en dat van de hoogte der plaats, waarop zij gebouwd waren, [want Gibea, Hebreeuws, Gibbah, betekent een heuvel]; maar hier menen enigen dat gesproken wordt van Gibea in Benjamin; van hetwelk zie Jdg 20:4-5 , Jdg 20:10 , Jdg 20:20 .
3En Abia bond den strijd aan met een heir van strijdbare helden, vierhonderd duizend uitgelezen mannen; en Jerobeam stelde tegen hem de slagorde, met achthonderd duizend uitgelezen mannen, kloeke helden.
 bond den strijd Zie van de betekenis van dit woord 1Ki 20:14 .
Copyright information for DutSVVA