‏ 2 Chronicles 2:17-18

17En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israël waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.
 vreemde mannen, Deze vreemdelingen waren Kanaänieten, die nog in het land waren overgebleven, welker vaderen de Israëlieten niet hadden uitgeroeid, gelijk God nochtans hun zulks geboden had. Zie 2Ch 8:7 .
18En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners, om het volk te doen arbeiden.
 lastdragers, Alzo wordt het Hebreeuwse woord genomen, onder, 2Ch 34:13 ; Neh 4:10 .
,
 gebergte, Te weten, Libanons.
,
 opzieners, Zie boven, vs.2.
Copyright information for DutSVVA