‏ 2 Chronicles 34:9

9En zij kwamen tot Hilkia, den hogepriester, en zij gaven het geld, dat ten huize Gods gebracht was, hetwelk de Levieten, die den dorpel bewaarden, vergaderd hadden uit de hand van Manasse en Efraïm, en uit het ganse overblijfsel van Israël, en uit gans Juda en Benjamin, en te Jeruzalem wedergekomen waren ;
  tot Hilkia, Te weten, om het bevel des konings hem aan te dienen, rakende de voorgemelde vermaking des tempels en het opbrengen van het geld, daartoe dienende.
,
 hogepriester, Hebreeuws, den groten priester.
,
  zij gaven Namelijk, Hilkia en zijn metgezellen. Zij gaven het in de hand der verzorgers of bestelden over de werklieden, onder, vs.17.
,
 dorpel Namelijk, des tempels. Anders, de vaten.
,
  Manasse Dat is, der Manassieten en Efraïmieten.
,
 het ganse Te weten, dat onder het gebied des konings van Juda stond, of hem toegedaan was. Zie boven, 2Ch 21:2 .
,
 waren; Namelijk, de Levieten, die het geld vergaderd hadden.
Copyright information for DutSVVA