‏ 2 Chronicles 36:1-2

1Toen nam het volk des lands Joahaz, den zoon van Josia, en zij maakten hem koning, in zijns vaders plaats, te Jeruzalem.
  Jóahaz, Ook genoemd, naar eniger gevoelen, Johanan 1Ch 3:15 , en Sallum, Jer 22:11 , en Joahaz, hier en in het volgende vs.2.
,
 maakten Tot welk einde zij hem ook zalfden, 2Ki 23:30 . Van de reden hiervan, zie aldaar in de aantekening. Zie ook 2Ki 11:12 .
2Drie en twintig jaren was Joahaz oud, als hij koning werd, en hij regeerde drie maanden te Jeruzalem.
 Drie en twintig Hebreeuws, een zoon van drie en twintig jaar.
Copyright information for DutSVVA