2 Corinthians 1:24

24Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.
 heerschappij voeren De apostel spreekt alzo om te verzachten hetgeen hij terstond tevoren gezegd had van hen niet te sparen; waarvan de zin is dat hij zulks niet zeide om hen te dreigen of te overmeesteren als een heer over hen en hun geloof, maar om hen als een dienaar en medewerker van Christus tot rechte erkentenis en betering van hunne fouten, en vervolgens tot rechte blijdschap met hem te brengen, tevoren, eer hij tot hen kwam, en om hun geloof, waarin zij stonden, alzo meer en meer te versterken, gelijk in het begin van het volgende hoofdstuk verklaard wordt.
Copyright information for DutSVVA