2 Corinthians 6:10

10Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende.
 doch altijd blijde; Dat is, getroost in God; Rom 5:3 ; 1Th 5:16 .
,
 als arm, Namelijk naar de wereldse rijkdommen.
,
 rijk makende; als Namemlijk met geestelijke gaven.
,
 alles bezittende Namelijk in Christus en met Christus; 1Co 3:21-22 .
Copyright information for DutSVVA