2 Corinthians 6:4-5
4Maar wij, als dienaars van God, maken onszelven in alles aangenaam, in vele verdraagzaamheid, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, ▼▼ maken onszelven Gr. recommanderen wij onszelven, of maken dat wij na gedane proeve goed gekend worden. Of bewijzen.
5In slagen, in gevangenissen, in beroerten, in arbeid, in waken, in vasten, ▼▼ beroerten, in arbeid, Of, verwarringen, onvastigheden; waardoor verstaan wordt de staat dergenen, die herwaarts en derwaarts gejaagd of verdreven worden.
Copyright information for
DutSVVA