2 Kings 15:29-30

29In de dagen van Pekah, den koning van Israël, kwam Tiglath-pilezer, de koning van Assyrië, en nam Ijon in, en Abel-beth-maacha, en Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het ganse land van Nafthali; en hij voerde hen weg naar Assyrië.
 Tiglath-pilézer, Ook genaamd Tillgat-Pilneser, 2Ch 28:20, in de wereldse historiën Phulaser, de zoon van Phulbelochus; van denwelken, zie boven, vs.19.
,
 Ijon in, Zie van deze stad en de naastvolgende 1Ki 15:20.
,
 Janóah, Een stad, gelegen in de oostpale van den stam van Efraïm bij de Jordaan. Zie van deze Jos 16:6.
,
 Kedes, Zie van deze stad Jdg 4:6.
,
 Hazor, Eertijds een vermaarde koninklijke hoofdstad, Jos 11:10, daarna den stam van Nafthali ten erfdeel gevallen, Jos 19:36.
,
 Gilead, Zie Gen 31:21.
,
 Galiléa, Zie 1Ki 9:11.
,
 voerde hen Namelijk, de inwoners der voorgenoemde landen en steden.
30En Hosea, de zoon van Ela, maakte een verbintenis tegen Pekah, den zoon van Remalia, en sloeg hem, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats; in het twintigste jaar van Jotham, den zoon van Uzzia.
 in het twintigste jaar Dat is, na twintig jaren van het begin der regering van Jotham; hetwelk is geweest het vierde jaar der regering van Achaz, overmits Jotham maar zestien jaren regeerde, onder, vs.33. Anderen menen dat Jotham enige jaren tevoren met zijn vader, uit oorzaak van zijn melaatsheid, gemeen zijn geweest, die hem hier bij de zestien jaren zijner regering zouden toegevoegd zijn.
Copyright information for DutSVVA