2 Kings 18:18
18En zij riepen tot den koning; zo ging tot hen uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ▼▼ Eljakim, Zie van dezen vromen en godvruchtigen hofmeester,
Isa 22:20, enz. Van zulk ambt, zie
1Ki 4:6. Hebreeuws, die over het huis was.
,
▼▼ schrijver, Anders, griffier, of secretaris; te weten, des konings. Zie
1Ki 4:3.
,
▼▼ kanselier Hebreeuws, memoriemaker. Alzo ook vs.37; idem
1Ki 4:3. Zie de aantekening.