‏ 2 Kings 23:33-34

33Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij leide het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds.
 liet hem binden Dat is, legde hem in gevangenis. Dit geschiedde terwijl hij bezig was met den oorlog tegen de stad Karchemis; waarvan zie 2Ch 35:20; Jer 46:2.
,
 te Ribla Een stad, gelegen in Syrië, van sommigen voor Apamia gehouden, van anderen voor Antiochië.
,
 opdat hij Anders, als hij regeerde te Jeruzalem.
,
 talenten zilvers Zie Exo 25:39.
34Ook maakte Farao Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning, in de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam in Jojakim; maar Joahaz nam hij mede, en hij kwam in Egypte, en stierf aldaar.
 veranderde Hebreeuws, wendde, of keerde om. Hij wilde daarmede bewijzen dat hij macht en gebied over hem had. Zie gelijke exempelen onder, 2Ki 24:17; Dan 1:7.
,
 aldaar Te weten, gelijk Jeremia voorzegd had, 2Ki 22:12, waar hij vs.11
Copyright information for DutSVVA