‏ 2 Kings 25:4-5

4Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds.
 doorgebroken, Te weten, van de Chaldeën, die de stad belegerden en nu de middelpoort ingenomen hadden; Jer 39:2-3.
,
 vloden Dit woord is hier ook ingevoegd, tot aanvulling van den zin, uit Jer 39:4. Zie deze heimelijke vlucht afgebeeld Eze 12:6.
,
 poort, Versta, een heimelijke poort of uitgang, die tussen twee muren der stad gemaakt was.
,
 waren Of, was, te weten, poort, of weg.
5Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem in de vlakke velden van Jericho, en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.
 Jericho, Zie 2Ki 2:4.
Copyright information for DutSVVA