2 Kings 5:11

11Maar Naäman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mij zelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des Heeren, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen.
 ik zeide Anders, ik zeide: Tot mij zal hij zekerlijk uitkomen, enz.
,
 zal zekerlijk Hebreeuws, uitkomende uitkomen.
,
 plaats strijken, Hebreeuws, bewegen.
,
 den melaatse Dat is, mij van mijn melaatsheid genezen. Anders, het melaatse; dat is, de melaatsheid wegnemen. Zie boven, vs.3.
Copyright information for DutSVVA