2 Kings 8:20-22
20In zijn dagen vielen de Edomieten van onder het gebied van Juda af, en maakten een koning over zich. ▼ , ▼ , ▼ 21Daarom toog Joram over naar Zair, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten der wagenen; en het volk vlood in zijn hutten. ▼▼ Zaïr, Hebreeuws, Tsair. De naam ener stad of plaats in Idumea gelegen.
22De Edomieten evenwel vielen van onder het gebied van Juda af, tot op dezen dag; toen viel Libna af in denzelfden tijd. ▼▼ tot op dezen dag; Dat is, welke afval duurt tot op dezen dag, in welken dit boek is geschreven geweest.
,
▼▼ Libna Een stad, gelegen in den stam van Juda, Jos 15:42, en den priesters te bewonen gegeven, Jos 21:13; de oorzaak van haar afval was, omdat Joram den Heere, den God zijner vaderen, verlaten had, 2Ch 21:10. Door dezen afval werd Joram verhinderd zijn victorie tegen de Edomieten te vervolgen, waardoor zij in hun afval gebleven zijn.
Copyright information for
DutSVVA