2 Samuel 12:30-31
30En hij nam de kroon haars konings van zijn hoofd af, welker gewicht was een talent gouds, met edelgesteente, en zij werd op Davids hoofd gezet; ook voerde hij uit een zeer groten roof der stad. ▼▼ gewicht was Anders, prijs, of, waardij
,
▼ 31Het volk nu, dat daarin was, voerde hij uit, en leide het onder zagen, en onder ijzeren dorswagens, en onder ijzeren bijlen, en deed hen door den ticheloven doorgaan; en alzo deed hij aan alle steden der kinderen Ammons. Daarna keerde David, en al het volk, weder naar Jeruzalem. ▼
,
▼▼ legde het Deze harde straffen, in de oosterse landen [zo men meent] gebruikelijk, heeft David den Ammonieten aangedaan, omdat zij zijn vriendelijke intentie en daad zo bitterlijk misduid, en zijn gezanten, tegen alle volkenrecht, zo schandelijk behandeld hadden; zie boven, 2Sa 10:2-4, en daarenboven gruwelijke afgodendienaars, lasteraars en vijanden van God en zijn volk waren, die zonder twijfel zulke soorten van doden het volk Gods tirannelijk hadden aangedaan. Vergelijk boven 2Sa 8:2; Amo 1:3, en Heb 11:37, en zie van de getakte dorswagens Deu 25:4.
,
▼▼ zagen, Dat is, hij liet hen doorzagen, met ijzeren getakte dorswagens [gelijk koren] verpletteren, met bijlen doorhouwen en in tichelovens verbranden.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA