2 Samuel 16:11-12
11Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de Heere heeft het hem gezegd. ▼ , ▼ , ▼▼ gezegd Zie op vs.10.
12Misschien zal de Heere mijn ellende aanzien; en de Heere zal mij goed vergelden voor zijn vloek, te dezen dage. ▼▼ ellende aanzien; Anders, mijn oog; dat is, mijn tranen.
,
▼▼ vloek, Dat is, waarmede Simeï mij op dezen dag vloekt; of, God zal mij misschien, zelfs ook op dezen dag, wat goeds bescheren voor dezen vloek.
Copyright information for
DutSVVA