3 John 9-10
9Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan. ▼▼ aan de Gemeente Namelijk waarvan Gajus òf een leraar, òf een voortreffelijk lidmaat was. Wie deze gemeente geweest is, wordt nergens aangewezen.
,
▼▼ geschreven; Namelijk aangaande deze zaak, om deze broeders aan hun aan te bevelen. Hoewel wij dezen brief niet hebben, daaruit kan niet besloten worden, dat er iets zou ontbreken aan de volmaaktheid der heilige Schrift; dewijl het maar een brief is geweest van aanbeveling, en zo er iets in dien brief geschreven is geweest ter zaligheid nodig, dat wordt in andere boeken der heilige Schrift genoeg gevonden; en Johannes zelft getuigt dat zijn Evangelie genoegzaam is, om te geloven en zalig te worden; Joh 20:31.
,
▼▼ zoekt de eerste Dat is, die uit eergierigheid boven zijn medebroeders zich verheffende, tracht om deze te overheersen en al het gezag aan zich alleen te trekken.
,
▼▼ neemt ons niet aan Dat is, acht mij, noch mijn schrijven en voorspreken niet.
10Daarom, indien ik kom, zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende tegen ons; en hiermede niet vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de Gemeente. ▼▼ indien ik kom, Namelijk tot u, gelijk ik hoop dat haast geschieden zal, vs.14.
,
▼▼ in gedachtenis brengen Dat is, hemzelf voor ogen stellen en de gemeente bekend maken, dat zij het moge weten en bedenken.
,
▼▼ zijn werken, die Namelijk die hij hier beschrijft.
,
▼▼ boze woorden Dat is, lasterlijke.
,
▼▼ snaterende tegen Dat is, beuzelingen voortbrengende.
,
▼▼ ons; en hiermede Dat is, mij, gelijk ook in het voorgaande vers, vs.9.
,
▼▼ de broeders niet, Namelijk die beschreven worden, vs.7.
,
▼▼ verhindert degenen, Of verbiedt.
,
▼▼ die het willen doen, Dat is, die deze broeders willen ontvangen.
,
▼▼ werpt ze uit de Gemeente Namelijk door den kerkelijken ban.
Copyright information for
DutSVVA