Acts 15:29
29Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel. ▼▼ hetgeen den afgoden Zie hiervan
1Co 8 , door het gehele hoofdstuk.
,
▼
,
▼▼ Vaart wel Grieks zij, of wordt gesterkt. Een wijze van spreken bij de Grieken gebruikelijk in het sluiten van de brieven. Zie
Act 23:30 .