Acts 28:25-27

25En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen,
 scheidden zij; Of, zij worden van hem gelaten; namelijk met een voornemen van de hardnekkigen bij zich niet meer te roepen, ten ware zij zich beter bedachten.
,
 dit ene woord Dat is, rede, of waarschuwing; want met deze volgende waarschuwing liet hij hen gaan, om hen dezen prikkel in hun hart te laten, of zij zich daarna mochten bedenken en bekeren.
,
 de Heilige Geest Die Isa 6:9 deze woorden spreekt, is de Heere der heerlijkheid, gezeten op zijnen troon, omringd zijnde van zijne engelen. Waaruit blijkt dat dan de Heilige Geest deze zelfde Heere der heerlijkheid is; gelijk ook van den Zoon Gods ditzelfde betuigd wordt; Joh 12:41 . Zo zijn dan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoveel het wezen aangaat, een enig God, hoewel in personen onderscheiden.
26Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
 het gehoor zult Zie de verklaring van deze plaats Mat 13:14 .
27Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
 dik geworden, Of, vet.
Copyright information for DutSVVA