‏ Acts 9:4-5

4En ter aarde gevallen zijnde, hoorde hij een stem, die tot hem zeide: Saul, Saul! wat vervolgt gij Mij?
 gevallen zijnde, Namelijk uit schrik, verbaasdheid en vrees.
,
 zeide Saul, Namelijk in de Hebreeuwse taal; Act 26:14 .
,
 Mij? Namelijk in mijne leden, dat is mijne gemeente, die mijn lichaam is; 1Co 12:12 ; Eph 5:23 .
5En hij zeide: Wie zijt Gij, Heere? En de Heere zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan.
 de verzenen Namelijk gelijk de ossen en andere lastbeesten achteruit slaan, wanneer zij met prikkels worden voortgestuwd, en alzo niet de prikkels maar zichzelven kwetsen.
Copyright information for DutSVVA