‏ Amos 5:18-20

18Wee dien, die des Heeren dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des Heeren zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
 dag Den bestemden tijd van Gods oordeel en straf. Zie Joe 1:15 .
,
 begeren Door huichelarij, alsof zij onschuldig waren, en Gods straffen niet hadden te vrezen, of door spotternij, alsof zij zeiden: Wij mochten dien dag wel eens zien, waar blijft hij? Zie Isa 5:19 ; Jer 17:15 , met de aantekening, idem in Amo 6:3 .
,
 duisternis wezen en geen licht Zie Joe 2:2 .
19Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem beet een slang.
 Als wanneer iemand vlood Zodanig zal des Heeren dag zijn, dat gij de straf niet zult ontgaan, maar van het ene verschrikkelijke gevaar in het andere vallen, totdat gij omkomt. Zie Isa 24:18 ; Jer 48:44 ; Hos 13:7-8 .
20Zal dan niet des Heeren dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij?
 Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, Ja gewisselijk, wil de profeet zeggen, gij moogt het loochenen, of u het tegendeel inbeelden zoveel gij wilt, het zal nochtans alzo zijn.
Copyright information for DutSVVA