Colossians 1:15-18
15Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen. ▼▼ het Beeld Christus wordt hier alzo genaamd, zo ten aanzien van Zijn eeuwige geboorte van den Vader, omdat Hij is het uitgedrukte en eeuwige beeld van den persoon des Vaders, eenswezens met den Vader, Pro 8:22; Mic 5:1; Joh 10:30; Heb 1:3, alsook ten aanzien dat Hij mens geworden zijnde, God in Hem en door Hem Zijne eigenschappen, namelijk Zijne wijsheid, goedigheid, rechtvaardigheid en almachtigheid, voor onze ogen gelijk als afbeeldt. Zie Joh 14:9; 1Ti 3:16.
,
▼
,
▼▼ Eerstgeborene Hij zegt niet de eerstgeschapene, maar eerstgeborene, hetwelk verstaan moet worden van Zijn goddelijke natuur en eeuwige geboorte van den Vader vóór alle schepselen, en van Zijne waardigheid boven alle schepselen, gelijk op het woord beeld aangetekend is, en nader blijkt Joh 1:1, vergelijk met vs.14.Te meer omdat Hij hier gezegd wordt de eerstgeborene niet onder vele broeders, gelijk Rom 8:29, maar aller creaturen, waardoor Hij merkelijk van alle schepselen wordt onderscheiden, en dienvolgens niet als een schepsel, maar als de Schepper van alles wordt ingevoerd, gelijk in vs.16 breder verklaard wordt.
16Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; ▼
,
▼▼ tronen, hetzij Deze namen worden hier den engelen in den hemel gegeven, omdat God hen als koningen, [welken eigenlijk de tronen toekomen] prinsen, overheden en machtigen dikmaals gebruikt in het regeren van landen en koninkrijken, gelijk bij Daniël, Zacharias en andere profeten te zien is. Zie ook Eph 1:21, en Eph 3:10.
,
▼ 17En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem; ▼
,
▼▼ bestaan te zamen Dat is, alle creaturen worden in wezen, leven en bewegen van Hem onderhouden. Zie Heb 1:3, en Joh 5:17, enz. door welk alles de eeuwige godheid des Zoons, en dienvolgens de enigheid Zijns wezens met den Vader en den Heiligen Geest bewezen wordt, alzo er maar een enig God is, die hemel en aarde geschapen heeft en onderhoudt. Zie 1Jo 5:7.
18En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. ▼▼ het Hoofd des In de voorgaande verzen heeft Hij gesproken van de uitnemendheid des persoons van Christus, als den eeuwigen Zoon Gods, en Schepper en onderhouder van alle dingen, nu bewijst Hij ook de uitnemendheid Zijns persoons boven al Zijn uitverkoren leden, ten aanzien dat Hij als God en mens een Middelaar is geworden tussen God en de mensen; waarvan het eerste is, dat Hij het geestelijk lichaam is, hetwelk van Hem door Zijne verdienste en Geest alle geestelijk leven en zaligheid ontvangt; waarvan zie Eph 1:22, en Eph 4:15-16.
,
▼▼ het Begin is, Dat is, de eersteling uit de doden, gelijk Hem Paulus alzo noemt 1Co 15:20; en Christus wordt alzo genoemd, omdat Hij niet alleen is degene, die door Zijn eigen kracht is opgestaan, en door wiens kracht alle anderen opgestaan zijn, en hiernamaals opstaan zullen, maar ook omdat Hij de eerste is, die tot de eeuwige heerlijkheid opgestaan is, opdat Hij al Zijne gelovigen met Hem tot dezelfde heerlijkheid hiernamaals zou verwekken. Zie 1Co 15:23; 1Th 4:14, enz.
,
▼▼ Eerstgeborene Dat is, de eerstgeborene onder degenen, die tot de eeuwige heerlijkheid uit de doden zullen opstaan, waardoor, gelijk ook door het woord begin, te kennen gegeven wordt, niet alleen dat Hij de eerste in orde is en de oorzaak van de opstanding der anderen, maar bovendien ook dat Hij in heerlijkheid boven anderen, zelfs naar Zijn menselijke natuur, verre zal uitsteken, gelijk de eerstgeborenen in het Oude Testament boven al hunnen broeders gezet waren, hetwelk ook de volgende woorden, opdat Hij, enz., merkelijk medebrengen.
,
▼▼ in allen de Of, onder allen, namelijk Zijne broeders.
Copyright information for
DutSVVA