Daniel 2:2
2Toen zeide de koning, dat men roepen zou de tovenaars, en de sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen, om den koning zijn dromen te kennen te geven; zij nu kwamen, en stonden voor het aangezicht des konings. ▼ , ▼ , ▼ , ▼▼ Chaldeën, Dit was in die tijden een erenaam, alsof zij al de wijsheid en wetenschap alleen gehad hadden, en dat in andere landen of mensen gene wijsheid ware te vinden geweest.
,
▼▼ te kennen te geven; Versta hierbij: en daarna uit te leggen, vs.5.
Copyright information for
DutSVVA