Daniel 2:2

2Toen zeide de koning, dat men roepen zou de tovenaars, en de sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen, om den koning zijn dromen te kennen te geven; zij nu kwamen, en stonden voor het aangezicht des konings.
 zeide de koning, Dat is, gebood; gelijk Dan 1:3 .
,
 de tovenaars, Zie de aantekening Gen 41:8 .
,
 guichelaars, Zie Exo 7:11 .
,
  Chaldeën, Dit was in die tijden een erenaam, alsof zij al de wijsheid en wetenschap alleen gehad hadden, en dat in andere landen of mensen gene wijsheid ware te vinden geweest.
,
 te kennen te geven; Versta hierbij: en daarna uit te leggen, vs.5.
Copyright information for DutSVVA