Daniel 6:22

22[06:23] Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der leeuwen toegesloten, dat zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld in mij gevonden is; ook heb ik, o koning! tegen u geen misdaad gedaan.
 dat zij mij niet beschadigd hebben, Aangaande de geestelijke bewaring, vergelijk Psa 91:13 , en 1Pe 5:7 .
,
 onschuld in mij gevonden is; Of, oprechtheid, of zuiverheid. Hoewel de Heere door de godzaligheid der vromen bewogen wordt hun wel te doen, aangezien Hij zelf zich door een genadige belofte daartoe als verbonden heeft, en dat de rechtvaardigheid vereist dat Hij zijn genadige belofte volbrengt, 1Ti 4:8 ; 2Th 1:5 , 2Th 1:7 ; Heb 6:10 ; nochtans volgt daaruit geenszins dat de godzaligheid der mensen zulks verdient. Want door een genadige belofte ergens toe verbonden te zijn, en door verdienste daartoe eigenlijk verbonden te zijn, kunnen tezamen niet bestaan. Zie Rom 11:6 . Zodat Daniël hier zijne gerechtigheid niet roemt, maar hij geeft te kennen dat hem God verlost heeft, om te doen blijken dat die godsdienst hem behaagde, die hij [ook met verlies van zijn leven] wilde behouden.
,
 geen misdaad gedaan Chaldeeuws, gene verderving. Anders: en ook voor u, o koning, heb ik geen leed gedaan, of geen schade, dat de koning òf door mijne onvoorzichtigheid, òf door mijne ongetrouwheid, ergens enige schade zou geleden hebben. Daniël heeft wel het goddeloze plakkaat van den koning overtreden, maar dat heeft hij niet gedaan uit kleinachting van den koning, maar omdat hij den oppersten Koning eerst en vooral moest gehoorzamen. Men moet God vrezen, en den koning eren; 1Pe 2:17 .
Copyright information for DutSVVA