‏ Deuteronomy 10:6

6(En de kinderen Israëls reisden van Beeroth-bene-jaakan en Mosera. Aldaar stierf Aäron, en werd aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambt in zijn plaats.
 Beërôth-Bene-Jáäkan en Moséra Of, van Beëroth der kinderen Jaäkans naar Moser. Sommigen menen dat hier twee optochten samengevoegd worden, hoewel zij eerst van Moseroth zijn opgetogen en daarna van Bene-Jaäkan. Zie Num 33:31-32. Doch het kan zijn dat een plaatsje bij den berg Hor [waar Aäron stierf] geweest is, die Moser of Mosera geheten heeft. Tussen den optocht van Bene-Jaäkan en Aärons dood op Hor, worden Num 33 verscheidene optochten en legeringen gesteld, zie aldaar. Zodat dit Beëroth Bene-Jaäkan wel een andere plaats kan geweest zijn dan Bene-Jaäkan, bloot alzo genoemd, waarop de aandachtige lezer kan letten.
Copyright information for DutSVVA