‏ Deuteronomy 12:5-7

5Maar naar de plaats, die de Heere, uw God, uit al uw stammen verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, naar Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen;
 plaats, De vaste plaats, waartoe naderhand door God verkoren en geordineerd is Jeruzalem. Zie 2Sa 7, en 2Sa 24; 1Ch 22; Psa 122:1-4, en Psa 132:13-14. Eer Jeruzalem daartoe was verordineerd, was er geen vaste plaats, hoewel men God gewoonlijk dienen en raad vragen moest ter plaatse, waar de ark des verbonds of tent der samenkomst door Gods bevel was berustende, gelijk in de volgende boeken zal worden bevonden.
,
 stammen verkiezen zal, Den stam van Juda heeft God hiermede vereerd, de andere daarin voorbijgaande. Zie Psa 78:67-69.
,
 Naam aldaar te zetten, Dat de ark des verbonds, zijnde een bijzonder zichtbaar teken mijner genadige tegenwoordigheid, daar vastelijk in mijn tabernakel of huis beruste, en mijn openbare solemnele godsdienst aldaar verricht worde, enz. Vergelijk 2Sa 6:2; 1Ki 8:29; alzo onder, vs.11, 21, en Deu 14:23-24, en Deu 16:2, Deu 16:6, Deu 16:11, enz.
6En daarheen zult gijlieden brengen uw brandofferen, en uw slachtofferen, en uw tienden, en het hefoffer uwer hand, en uw geloften, en uw vrijwillige offeren, en de eerstgeboorten uwer runderen en uwer schapen.
 geloften, Dat is, hetgeen gij den HEERE beloofd hebt te geven.
7En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht des Heeren, uws Gods, eten en vrolijk zijn, gijlieden en uw huizen, over alles, waaraan gij uw hand geslagen hebt, waarin u de Heere, uw God, gezegend heeft.
 huizen, Dat is, huisgezinnen.
,
 over alles, Hebreeuws, over alle uitsteking, allen uitslag, aanslag uwer hand; dat is, alles, waartoe gij uw hand hebt uitgestrekt of uitstrekken moogt. Alzo onder, vs.18, en Deu 15:10, enz.
Copyright information for DutSVVA