Deuteronomy 15:1
1Ten einde van zeven jaren zult gij een vrijlating maken. ▼▼ einde van zeven jaren Dat is, in het laatste jaar van alle zeven jaren; want het zevende jaar was telkens een jaar der vrijlating. Vergelijk Exo 21:2; Jer 34:14. Alzo worden elders jaren en dagen gezegd vervuld te worden of vervuld te zijn, wanneer ze eerst aankomen of lopen. Zie Deu 14:28;Joz. 3:2; Jer 25:12; Luk 2:21; Act 2:1.
,
▼▼ vrijlating Of, nalating. Het Hebreeuwse woord betekent beide; en beide moest men het zevende jaar doen: schulden nalaten, of niet inmane, en knechten en maagden vrijlaten, en het land niet bebouwen.
,
▼▼ maken Dat is houden.
Copyright information for
DutSVVA