Deuteronomy 18:9-10

9Wanneer gij komt in het land, dat de Heere, uw God, u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve volken.
 volken Der Kanaänieten, die er in wonen.
10Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.
 door het vuur doet doorgaan, Zie de aantekeningen Lev 18:21.
,
 die met waarzeggerijen omgaat, Hebreeuws, een voorzegger der voorzeggingen, of, rader der raadselen, gisser der gissingen
,
 een guichelaar, Zie Lev 19:26.
Copyright information for DutSVVA