Deuteronomy 19:4

4En dit zij de zaak des doodslagers, die daarhenen vlieden zal, dat hij leve; die zijn naaste zal geslagen hebben door onwetendheid, dien hij toch van gisteren en eergisteren niet haatte;
 zaak des doodslagers, Dat is, dit zal het recht van deze zaak zijn, zo zal men er mede handelen. Alzo boven, Deu 15:2.
,
 van gisteren en eergisteren Dat is, van tevoren, gelijk boven, Deu 4:42, en onder, vs.6.
Copyright information for DutSVVA