Deuteronomy 2:10-11
10De Emieten woonden te voren daarin, een groot, en menigvuldig, en lang volk, gelijk de Enakieten. ▼▼ Emieten woonden te voren daarin, Zie
Gen 14:5, alzo genoemd [gelijk men meent] omdat zij schrikkelijk en vreeslijk waren.
,
▼ 11Dezen werden ook voor reuzen gehouden, als de Enakieten; en de Moabieten noemden hen Emieten. ▼▼ reuzen gehouden, Hebreeuws, Refaïm; zie
Gen 14:5.