‏ Deuteronomy 2:10-11

10De Emieten woonden te voren daarin, een groot, en menigvuldig, en lang volk, gelijk de Enakieten.
 Emieten woonden te voren daarin, Zie Gen 14:5, alzo genoemd [gelijk men meent] omdat zij schrikkelijk en vreeslijk waren.
,
 Enakieten Zie boven, Deu 1:28, en Num 13:22.
11Dezen werden ook voor reuzen gehouden, als de Enakieten; en de Moabieten noemden hen Emieten.
 reuzen gehouden, Hebreeuws, Refaïm; zie Gen 14:5.
Copyright information for DutSVVA