Deuteronomy 3:23-25

23Ook bad ik den Heere om genade, zeggende ter zelfder tijd: 24Heere Heere! Gij hebt begonnen Uw knecht te tonen Uw grootheid en Uw sterke hand; want wat God is er in den hemel en op de aarde, die doen kan naar Uw werken, en naar Uw mogendheden!
 HEERE In het Hebreeuws staan de letters van het woord JHWH, doch hebbende de punten van het woord Elohim, gelijk ook elders.
,
 uw knecht te tonen Dat is, mij die uw knecht ben.
,
 Uw grootheid Zie onder, Deu 11:2.
,
 Uw sterke hand; Of, uwe hand, die sterk is.
25Laat mij toch overtrekken, en dat goede land bezien, dat aan gene zijde van de Jordaan is, dat goede gebergte, en den Libanon!
 goede gebergte, Dat is, schoon en vruchtbaar.
,
 en den Libanon Anders, te weten de Libanon.
Copyright information for DutSVVA