Deuteronomy 32:32-33
32Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. ▼▼ uit den wijnstok van Sodom, Alsof hij daaruit gesproten ware; dat is, zij zijn van gelijken aard en werken als die van Sodom en Gomorra. Een zeer schoon en vruchtbaar land, maar gans goddeloze inwoners. Of, dit ziet op den wijn, die den afgoden geofferd werd. Zie vs.38.
,
▼▼ vergiftige wijndruiven; Hebreeuws, wijndruiven des vergifts. Anders, der gal; dat is, galachtig.
33Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.
Copyright information for
DutSVVA