Deuteronomy 33:12

12En van Benjamin zeide hij: De beminde des Heeren, hij zal zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken, en tussen Zijn schouders zal hij wonen!
 beminde des HEEREN, Dit ziet op de tedere liefde van Jakob tot Benjamin, tot welke Jakob zonder twijfel van God gedreven was. Zie daarvan Gen 42:36, Gen 42:38, en Gen 43:6, Gen 43:14, en Gen 44:20, Gen 44:22, Gen 44:29, enz.
,
 bij Hem wonen Bij den HEERE, gelijk Benjamin eertijds bij zijn vader Jakob.
,
 overdekken, Of, beschutten
,
 tussen Zijn schouders Tussen Benjamins schouders zal de HEERE wonen; dat is, in Jeruzalem, de hoofdstad zijner bezitting. Alzo wordt Jeruzalem vergeleken bij het hoofd, staande tussen de schouders, en Benjamins land bij het lichaam.
Copyright information for DutSVVA