Deuteronomy 4:10

10Ten dage, als gij voor het aangezicht des Heeren, uws Gods, aan Horeb stondt, als de Heere tot mij zeide: Vergader Mij dit volk, en Ik zal hun Mijn woorden doen horen, die zij zullen leren, om Mij te vrezen al de dagen, die zij op den aardbodem zullen leven, en zij zullen ze hun kinderen leren;
 gij voor het aangezicht des HEEREN, Dit moet men in het algemeen verstaan van het ganse volk Israëls; want degenen, die in dien tijd aan den berg Horeb stonden, waren nu al gestorven, boven, Deu 2:14-16, hoewel het gelooflijk is, dat er van de tegenwoordig levenden, die toen jong waren, mede bij hun vaderen aan den berg Horeb gestaan hebben.
Copyright information for DutSVVA