‏ Deuteronomy 4:7-8

7Want wat groot volk is er, hetwelk de goden zo nabij zijn als de Heere, onze God, zo dikwijls als wij Hem aanroepen?
 nabij zijn als de HEERE, Dat is Goddelijke genadige tegenwoordigheid alzo bewijzende met allerlei zegeningen en bijzonder met zeer wonderlijke, gerede en krachtige hulp in noden en zwarigheden.
,
 zo dikwijls als wij Hem aanroepen? Hebreeuws, in al ons roepen tot hem; dat is zo dikwijls wij hem aanroepen: of, in alles, waarom wij hem aanroepen.
8En wat groot volk is er, dat zo rechtvaardige inzettingen en rechten heeft, als deze ganse wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef?
 voor uw aangezicht geef? Anders, u voorstel.
Copyright information for DutSVVA